L’immersion linguistique connaît actuellement un engouement de plus en plus important. Il s’agit d’une approche alternative à l’apprentissage traditionnel des langues étrangères. Cette approche implique concrètement une exposition intensive et de longue durée à une seconde langue au cours de la scolarité de l’élève et ce, par l’enseignement de certaines matières dans la langue de l’immersion.

 

Le décret du 11 mai 2007 relatif à l’enseignement en immersion linguistique réunit en un seul texte toutes les dispositions concernant l’immersion, tant pour l’enseignement fondamental que secondaire. Son entrée en vigueur est prévue à partir du 1er janvier 2008.

 

Le décret pose les bases suivantes :

-       Il n’y a pas d’examen particulier pour entrer dans l’enseignement en immersion. L’acceptation des élèves se fait par le chef d’établissement selon l’ordre des inscriptions.

-       L’enseignement en immersion est ouvert à toutes les formes d’enseignement : général, technique et artistique de transition, technique et artistique de qualification et professionnel.

-       Une école peut organiser un apprentissage par immersion dans 2 langues maximum, mais un même élève ne peut suivre les cours en immersion que dans une seule langue.

-       Hors Bruxelles-Capitale, la langue de l’immersion peut être le néerlandais, l’anglais ou l’allemand. Dans la Région de Bruxelles-Capitale, cette langue est le néerlandais, à tout le moins jusqu’à la fin du 1er degré.

-       Au 1er degré, la langue de l’immersion doit être la même que celle choisie comme seconde langue. Aux 2ème et 3ème degrés, la langue de l’immersion peut être la troisième langue.

-       en ce qui concerne l’enseignement secondaire, l’apprentissage par immersion commence dès la 1ère année ou dès la 3ème année. L’établissement qui commence l’immersion en 1ère doit la continuer au moins en 2ème. L’établissement qui commence l’immersion en 3ème doit la continuer jusqu’à la fin de l’enseignement qu’elle propose.

-       8 à 13 périodes/semaine peuvent être consacrées à l’apprentissage par immersion, auxquelles peuvent encore s’ajouter au 1er degré des périodes consacrées aux activités complémentaires.

-       les examens portant sur les matières données dans la langue de l’immersion sont organisés dans cette langue.

-       L’enseignement de la langue de l’immersion est préférentiellement dispensé par une personne dont la langue maternelle est la langue de l’immersion ou, à défaut, par une personne parlant cette langue comme un natif dans cette langue étrangère. Pour tout enseignant s’engageant dans l’enseignement en immersion, une triple compétence est exigée : un titre pédagogique, la connaissance approfondie de la langue de l’immersion et la connaissance fonctionnelle de la langue française.

-       Pour pouvoir mettre en place un enseignement de type immersif, les établissements de l’enseignement organisé par la Communauté française doivent introduire une demande d’autorisation tandis que les établissements subventionnés, par l’entremise de leur pouvoir organisateur, doivent joindre un dossier à leur demande de subventionnement.

-       Dans l’enseignement organisé par la Communauté française, l’autorisation d’assurer ou de poursuivre l’organisation de l’apprentissage par immersion est accordée pour une période maximale de 3 ans renouvelable. Dans l’enseignement subventionné, le dossier relatif à une prolongation de l’organisation de l’apprentissage par immersion doit être introduit tous les 3 ans. Pour les écoles déjà engagées dans l’apprentissage par immersion, cette période de 3 ans débute à partir de l’année scolaire 2008-2009.

 

Lien vers la Fédération Wallonie-Bruxelles: http://www.enseignement.be/index.php?page=23793

 

 


Ervaringen van oud-leerlingen

 

Op welke manier weten we nu of de leerlingen over deze immersierichting tevreden zijn? Hebben ze mooie ervaringen gehad? Hebben ze iets geleerd?

Laten we de leerlingen zelf aan het woord laten om hierop te antwoorden. Niet?!

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Ik ben hier aangekomen in het 5e leerjaar, in de lagere school dus, en heb sindsdien altijd in de immersierichting gezeten. In het begin had ik het moeilijk in het Frans omdat ik van een Nederlandstalige school kwam maar nu gaat alles zeer goed.

 

Antoine

 

Elk jaar wordt er een schooluitwisseling tussen Paul Delvaux en het Koninklijk Atheneum van Leuven georganiseerd. Het is een leuke en interessante uitstap. Tijdens deze dag plannen we verschillende activiteiten. Eerst en vooral is er een presentatie van beide scholen met daarna een kleine maaltijd. We ontdekken ook de gebouwen van de andere school. Daarna eten we snel iets om het de hele namiddag vol te kunnen houden.

Tijdens één van deze uitstappen hebben de leerlingen van Leuven gids gespeeld zodat we ook Leuven konden ontdekken. Het was een prettige uitstap voor de leerlingen maar ook voor de leraren.

 

Tim

 

Mijn avontuur in immersie begon in 2003 met 20 andere leerlingen. We waren de eersten die met dit gekke project zijn gestart: lessen in het Nederlands en in het Frans. 13 jaar later, ben ik er nog altijd. Ik ben nog niet perfect tweetalig maar mijn niveau is blijkbaar beter dan dat van de Franstalige leerlingen die de ‘gewone’ Nederlandse lessen volgen.

 

Olivier

 

Toen we aankwamen in de immersierichting in derde kleuterklas hadden we nooit Nederlands gehoord. We moesten dus op een leuke manier leren. Ons juf heeft dus een systeem ingevoerd dat zij ‘Franse microben’ heeft genoemd. Dat wil zeggen dat we een Frans microbe kregen wanneer we één woord in het Frans zeiden. Op het einde van het trimester kregen we een kaartje met een bloem als we minder dan 3 microben hadden. Na 3 bloemen hadden we een cadeautje.

 

Laurence


Immersie uitgelegd door de leerlingen

 

Wat is immersie juist? Wat houdt het in? Welke lessen worden er in het Nederlands gegeven? Hoe verlopen de lessen precies?

Dankzij enkele van onze leerlingen uit het 6de middelbaar (jaargang 2015-2016) die hun eigen definitie hebben gegeven, krijgt u nu een antwoord op deze vragen.

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Iedere leerling heeft de mogelijkheid om de richting ‘immersie’ bij het Koninklijk Atheneum Paul Delvaux te volgen. De verschillen tussen deze laatste en een klassieke richting zijn hoofdzakelijk betere lessen Nederlands. Daarbij zijn er ook andere lessen zoals aardrijkskunde, geschiedenis en communicatie die ook in het Nederlands worden gegeven. Dit brengt het totaal aantal lesuren in het Nederlands tot 8 per week. Een ander belangrijk punt: de leraren van deze lessen zijn ten minste tweetalig. In geen enkel geval wordt het niveau van de Franstalige lessen naar beneden gebracht.

 

Antoine

 

Vanaf de derde kleuterklas tot het zesde leerjaar schommelt het aantal uren. Van de derde kleuterklas tot en met het tweede leerjaar hebben we 75% van de lessen in het Nederlands en 25% van de lessen in het Frans. In het derde en het vierde leerjaar is het aantal uren gelijk en in het vijfde en zesde hebben we 25% van de lessen in het Nederlands en 75% in het Frans.

Elke leraar is wel Nederlandstalig en tweetalig. Tijdens de eerste jaren hebben we verschillende uitstappen gedaan zoals één week naar de zee of drie dagen naar Leuven.

Op het einde van het tweede of in het derde leerjaar leren we Frans schrijven. Natuurlijk hebben we moeilijkheden in het begin omdat we eerst in het Nederlands leren maar vanaf het vijfde zijn er geen problemen meer.

 

Laurence

 

Van het eerste tot het zesde middelbaar krijgen we Nederlands, geschiedenis en aardrijkskunde in het Nederlands. In het 1ste en 2de hebben we ook wetenschappen en in het 3de en 4de middelbaar krijgen we biologie in het Nederlands. Daarna hebben we in het 5de en 6de jaar P.E. (Projet d’Etablissement) waar we vooral gesprekken houden in het Nederlands.

Voor geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en wetenschappen zien we dezelfde thema’s als de lessen die in het Frans worden gegeven. Voor het Nederlands is het verschillend want we krijgen het op hoger niveau.

In sommige jaren en voor sommige lessen krijgen wij zelfs oefenboeken die in Nederlandstalige scholen worden gebruikt.

De immersielessen worden in het Nederlands gegeven en we spreken daar enkel Nederlands. Als we iets niet begrijpen leggen de leraren het ons opnieuw uit in het Nederlands en als we het nog steeds niet begrijpen dan geven ze ons een Franse vertaling.

Op het einde van ons zesde middelbaar kunnen we een Nederlands certificaat behalen die ons de mogelijkheid geeft om aan een Nederlandstalige universiteit te gaan studeren.

 

Clara